Verspreid in de Germaanse wereld zijn oordnamen die herinneren aan de gudde, een heidense geestelijke uit lang verleden dagen. De aanduiding is afgeleid van god en lijkt ook verdacht veel op een ou…| Taaldacht
Hoor de hoeven over de heide gaan, de kiezen kauwen op kruid en struik, en bij hamel de bel van hals bengelen. Hier treedt een kudde, of een herde, om te spreken met een oud woord dat nog in herder…| Taaldacht
Zoete woorden komen en gaan, en gegaan uit onze taal is het oude teet ‘blij; lief’, dat niet zelden voor namen gebruikt werd en dan vaak als een liefkozend achtervoegsel diende. Het overleeft versl…| Taaldacht